Spoorlijn naar Zeist-Centrum

Zeist is niet goed aangesloten op het spoorwegnet: het station ‘Driebergen-Zeist’ ligt ruim buiten de bebouwde kom. Het ligt ook ten zuidoosten van Zeist, terwijl de meeste reizigers richting Utrecht gaan, in westelijke richting dus. Hier werd eerder een tweede spoorlijn Utrecht – Amersfoort voorgesteld, met een tracé door De Uithof, en een aftakking langs de zuidrand van Zeist. Daarna volgde een vereenvoudigd voorstel, met een tracé langs Landgoed Oostbroek, en een station aan de noordrand van Zeist.

2e spoorlijn, Vlasakkers-tracét
 
noordrand-station-zeist

 
Het is ook mogelijk een spoorlijn aan te leggen, dat geen andere doel heeft dan een station in Zeist zelf. Het tracé lijkt op het eerder voorgesteld Rhijnauwen-tracé naar De Uithof. Dat wil zeggen, het takt af van de lijn naar Arnhem, draait circa 90 graden richting noorden, en eindigt in een kopstation.

Het Rhijnauwen tracé: in tunnel naar De Uithof…

rhijnauwen-tracé

 
Om Zeist te bereiken, zou de nieuwe lijn aftakken ten oosten van Bunnik, en misschien iets meer dan 90 graden draaien, om een kopstation aan de rand van Zeist te bedienen. Omdat het centrum van Zeist in de zuidoost-hoek van de bebouwde kom ligt, kan het station het toch goed bedienen. De ligging van het station bepaalt min of meer het tracé vanaf Bunnik.

Om het landschap te beschermen, zou de lijn grotendeels in geboorde tunnel lopen. De ligging van het station wordt bepaald door de monumentale gebouwen rond van Slot Zeist, en historische landgoederen. Voor een bovengronds station is geen ruimte, en het kan haast niet anders dan onder de Driebergseweg. Hier, aan de rand van het oude centrum, is de ruimte beperkt, en de bouw zal ook problemen opleveren. Om perrons met een S-bocht te vermijden, moet ook een klein deel van het station onder landgoed Hoog Beek en Royen liggen. Hoewel het station dicht bij het centrum ligt, is het slechts bereikbaar via twee smalle straten, 2e Dorpsstraat en Jufferstraat.

Iets verder naar het zuiden kruist het tracé het terrein van Scholengroep Schoonoord. Sloop is daar onvermijdelijk, maar vervangende nieuwbouw is mogelijk op het ruime terrein. Hier zou de lijn ook overgaan in geboorde tunnel. Verder zijn er geen problemen met het tracé: de tunnel loopt onder de weilanden, en ook de aansluiting met de spoorlijn Arnhem – Utrecht ligt in open veld.

Lijn naar Zeist-Centrum: basiskaart door Jan-Willem van Aalst, CC4 licentie

Schoonoord-boog

 
Dit ‘Schoonoord-tracé’ tracé wordt circa 2600 m lang, en zou een snelheid van circa 120 km/h toelaten. Om een te krappe bocht te vermijden, kan de lijn misschien eerst onder de spoorlijn naar Arnhem, met een aansluiting dichter bij de rand van Bunnik. Het tracé wordt in dat geval circa 3000 m lang.

Dit is een relatief eenvoudig project, dat los van alle overige voorstellen uitgevoerd kan worden. Zeist wordt dan bediend door een Randstadspoor lijn uit Utrecht, dat logischerwijs bij Woerden zou beginnen. Het station is daarnaast geschikt als eindpunt van tramlijnen naar Utrecht en Amersfoort, zoals eerder voorgesteld.

Spoorlijn naar Zeist-Centrum

Tram in Zeist

De eerste voorstellen hier voor een tweede spoorlijn Utrecht – Amersfoort via De Uithof, omvatte ook een lijn langs de zuidrand van Zeist. Een nieuw station daar zou het centrum van Zeist bedienden, en zou ook het beginpunt vormen van een tramlijn Zeist – Amersfoort. Die lijn volgt de oude interlokale tram (1914-1949), van de Ooster Stoomtram-Maatschappij.

Inmiddels is er een vereenvoudigd voorstel voor een tweede verbinding Utrecht – Amersfoort, met een tracé langs Landgoed Oostbroek. Het krijgt geen station op De Uithof, en er komt geen spoorlijn langs Zeist.

Uithof-tracé in zwart, Oostbroek-variant in blauw…

2e spoorlijn, Vlasakkers-tracét

 
De nieuwe lijn Utrecht – Amersfoort kan zonder tussenstations worden uitgevoerd. Het tracé is wel geschikt voor een station aan de noordrand van Zeist, aan de Utrechtseweg. Dit is de hoofdweg Utrecht – Zeist, en ook de route van de voorgestelde tramlijn Utrecht – Zeist. Die was ook bedacht met een eindpunt aan de zuidrand van Zeist, en dat is niet zinvol zonder zuidrand-station.

De tram verbindt in elk geval het noordrand-station en het centrum. Daarmee kan de nieuwe spoorlijn de hoofdverbinding Zeist – Amersfoort vormen. Zijn tracé is ook geschikt voor een station in Soesterberg, maar de lijn is niet bedacht voor regionaal vervoer. Een tramlijn Zeist – Amersfoort bovenop de spoorlijn kan wellicht een functie hebben. Hier wordt gekeken naar de mogelijke tramverbindingen binnen Zeist (51 000 inwoners), en in de richting Amersfoort (151 000 inwoners).

Functie van het noordrand-station

De nieuwe spoorlijn Utrecht – Amersfoort is vooral bedoeld om het keren in Utrecht te vermijden. Treinen vanuit Zwolle of Deventer rijden rechtdoor, naar Den Haag of Rotterdam: dat kan 6-10 minuten reistijd schelen. Als ze allemaal in Zeist stoppen wordt dat bijna teniet gedaan: vier treinen per uur lijkt redelijk. Met een grote boog om De Uithof, is het Oostbroek-tracé ook niet de kortst mogelijke spoorlijn Zeist – Utrecht, maar het overstappen op Utrecht Centraal wordt wel makkelijker.

noordrand-station-zeist

 
In de eerdere voorstellen zou Zeist ook een metroverbinding krijgen, maar dat lijkt niet langer haalbaar. Het is wel mogelijk om de snelle tramlijn Om de Zuid (in aanleg), vanuit De Uithof door te trekken naar Zeist. Met twee tramlijnen naar Zeist, lijkt een eigen tramnet wel haalbaar.

Lijnen in Zeist zelf

De tramlijn langs het noordrand-station loopt in elk geval van Utrecht Centraal, over de Biltstraat, de Biltse Straatweg, en de Utrechtseweg, naar Zeist. Het wordt circa 11 km lang, vergelijkbaar met de langere lijnen in Amsterdam of Rotterdam. In combinatie met een noordrand-station in Zeist, wordt het vooral een verbinding met de oostzijde van Utrecht. (Reizigers voor Utrecht Centraal en verder, zouden de trein gebruiken).

Overstap aan de rand van Zeist: spoor rood, tram blauw, basiskaart van Jan-Willem van Aalst, onder CC3.0 licentie

tram-Utrechtseweg

 
Tussen noordrand-station en centrum, worden de haltes bepaald door het stratenpatroon: Kromme Rijnlaan / Dreef, Sanatoriumlaan, Griftlaan. Een halte Montaubanstraat, bij de oude dorpskerk, bedient het centrum, en de lijn krijgt een eindhalte op Het Rond, bij het stadhuis. Daar kan de tram met het eenrichtingsverkeer mee.

Lijn vanuit De Uithof

De nieuwe tramlijn ‘Om de Zuid’ naar De Uithof, kan worden doorgetrokken naar Zeist. Die tram zou niet doorrijden van Utrecht tot Zeist – anders wordt het overbelast en vertragingsgevoelig. Naast de lijn Utrecht – Uithof, komt er een lijn van Zeist via De Uithof, naar een eindpunt aan de oostzijde van Utrecht, bijvoorbeeld bij Station Lunetten.

Technisch is het doortrekken eenvoudig, maar het landschap is beschermd. Zeist is bewust gescheiden gehouden van De Uithof: er is niet eens een rechtstreekse fietspad. Het minst ingrijpend tracé is via de Munsterlaan, naar de Buunnikseweg aan de rand van Landgoed Oostbroek, en rechtdoor richting Lage Grond aan de rand van Zeist. Dit tracé volgt precies de gemeentegrens van De Bilt.

tram-uithof-zeist

 
Binnen Zeist kan de tram kan rechtdoor over de Kromme Rijnlaan, De Dreef en Dijnselburgerlaan, door de noordelijke nieuwbouwwijken. Dit is het tracé van de eerder voorgestelde metrolijn Utrecht – Zeist Noord. Een tramlijn krijgt meer haltes: bij de Weteringlaan, Noordweg, Utrechtseweg, winkelcentrum Vollenhove, “L-Flat” (galerijflat Vollenhove), Panweg, en Boulevard, bij het bedrijfsterrein. Eventueel kan een eindlus iets verderop worden aangelegd, bij het tankstation.

Noordelijke tramlijn Zeist: basiskaart van Jan-Willem van Aalst, onder CC3.0 licentie

vollenhove-tram

 
De noordelijke lijn wordt 6,5 km lang, gemeten vanaf de Bolognalaan in De Uithof, net voor zijn aftakking vanaf de tram ‘Om de Zuid’.

Tram richting Amersfoort

Een tramlijn richting Amersfoort werd hier eerst voorgesteld in combinatie met een metrolijn over De Dreef, en een zuidrand-station. Bij gebrek aan een zuidrand-station, kan de lijn beginnen bij Station Driebergen-Zeist. Na de aanleg van een station aan de noordrand van Zeist, zou dit station gewoon ‘Driebergen’ heten. Het wordt in de toekomst bediend door de stadsregio-metro Randstadspoor.

Bij het station is er voldoende ruimte voor een eindlus, aan de noordzijde. Langs de 2 km lange Driebergseweg, tussen station en centrum, is er weinig bebouwing. Eén tussenhalte is zinvol, bij de Molenweg.

Binnen de bebouwde kom van Zeist, rijdt de tram via de Lageweg / Dorpsstraat naar de Slotlaan. (Ook hier kan de tram het eenrichtingsverkeer volgen). Een halte Stadhuis geeft overstap op de lijn naar Utrecht, en de tram rijdt verder over de Slotlaan en Boulevard, met haltes bij de Weeshuislaan (looproute winkelcentrum Emmaplein), Bethanieplein, en Lindenlaan. Het eindpunt bij de Dijnselburgerlaan wordt gedeeld met de tramlijn uit De Uithof.

Tram Slotlaan Zeist: basiskaart van Jan-Willem van Aalst, onder CC3.0 licentie

slotlaan-tram

 
Zo ontstaat een L-vormig tramlijn van 5,5 km, vanaf Station Driebergen via het centrum naar de westrand van Zeist. In het centrum van Zeist is er dan overstap op de tram richting De Bilt en Utrecht.

Deze lijn kan eenvoudig worden doorgetrokken naar Soesterberg. Het zou de A28 kruisen op een eigen brug, naar de Prins Alexanderweg in Huis ter Heide. Vanaf deze straat, rijdt het verder naar Soesterberg, over de de N237. Op de N237 rijdt de tram ‘boven de spoorlijn’ – misschien niet letterlijk, want deze weg is heel breed. Op deze verlenging zijn (na Zeist) vier haltes voldoende: op de Prins Alexanderweg, bij de Dolderseweg, aan de rand van Soesterberg, en in het centrum.

Het is ook denkbaar dat de tram vanaf Station Driebergen doorrijdt richting Utrecht, of naar De Bilt en Bilthoven, en de Slotlaan-lijn naar het noordrand-station. In elk geval zou Zeist drie tramlijnen krijgen binnen de stad. In aanvulling daarop is één buslijn binnen Zeist voldoende, een ringlijn – naast de radiale streeklijnen naar Odijk, Doorn, Woudenberg, en Den Dolder.

Tram in Zeist

Metro Utrecht: update

De gemeente Utrecht ziet de auto als voornaamste verkeersdrager, en het vervoersbeleid is daarop gebaseerd. Utrecht kiest licht OV boven zwaar OV, omdat slechts een minderheid het OV zal gebruiken. Bus op straat heeft de voorkeur boven busbaan, busbaan boven tram, en tram boven metro – terwijl de stad en stadsregio wel groot genoeg zijn voor een metro.

Tekenend is dat het een halve eeuw duurde, voordat Utrecht bereid was een tram naar De Uithof toe te staan. Het is niet louter de schuld van de gemeente, want het Rijk heeft Utrecht uitgebouwd tot een knooppunt van snelwegen, deels met tien rijstroken. Het is dan geen wonder, dat inwoners, studenten en forensen voor de auto kiezen.

 
Hier werd eerder een lichte metro voor Utrecht voorgesteld, met een volwaardige metro-net als doel. Door bouwactiviteiten zijn de tracé’s steeds problematischer geworden, deels vanwege het beleid van de gemeente. Hier wordt ingegaan op de huidige plannen, en mogelijke aanpassingen om Utrecht alsnog een volwaardig OV-netwerk te geven.

De gemeente streeft naar oost-west buslijnen, deels op vrije baan, en een tramlijn naar De Uithof dat de binnenstad vermijdt. De bestaande sneltram-lijn naar Nieuwegein blijft ongeveer zoals het is. Verder is het vooral de stadsregio-metro Randstadspoor dat uitgebreid wordt, al duurt dat tot 2020 of later.

Gemeentelijke planning: kaart onder CC 3.0 licentie van Thug_n_g

1280px-Buskaartutrechthov

 
Meer wordt er niet gepland, en daarom zijn de zwakke punten duidelijk. Er is geen ‘noord-zuid lijn’ langs station en binnenstad. De sneltram uit Nieuwegein wordt gekoppeld aan de nieuwe tram naar De Uithof, wat betekent dat het een U-bocht maakt bij Centraal Station. De hier voorgestelde lichte metro voorzag een stamlijn door Centraal Station, met aftakkingen naar De Uithof, Nieuwegein, Zuilen en Overvecht.

Klik om te vergroten: de eerder voorgestelde stamlijn en noordelijke aftakkingen…

cs-bleekstraat     opaal

metro-zuilen     lijn-overvecht

 
Met de verbouwing van Utrecht Centraal lijkt een metro-achtige tracé aan de westzijde van de sporen niet meer haalbaar. Er komt ook geen sneltram-tracé aan de oostzijde: de tram uit De Uithof loopt hier op straat (Moreelsepark). Daarmee zijn de noordelijke aftakkingen ook niet uitvoerbaar, zelfs niet als sneltram, en ook in Leidsche Rijn worden de hier voorgestelde metro-tracé’s geleidelijk volgebouwd.

In de huidige plannen is er maar één hoogwaardige ‘noord-zuid’ verbinding: Randstadspoor richting Breukelen. De spoorlijn loopt echter door bedrijfsterreinen, gescheiden van de woonwijken door het Amsterdam-Rijnkanaal en de A2. Dat beperkt ook de aansluitende buslijnen, zelfs als er een station Lage Weide wordt toegevoegd. Met slechts één station binnen Utrecht (Zuilen), kan de lijn niet als stadsspoor dienen.

Ook vanuit de richting Overvecht levert Randstadspoor geen ‘noord-zuid’ verbinding op, want de treinen eindigen op Centraal Station. Reizigers van bijvoorbeeld Overvecht naar Vaartsche Rijn moeten al overstappen in Centraal, en ook op deze lijn is er slechts één station binnen Utrecht. Een toegevoegde Station Noordse Park is denkbaar tussen Centraal en Overvecht, maar staat niet in de officiële planning.

Naar de campus-zone De Uithof komt een tramlijn, maar geen ‘zware’ verbinding. Zoals gezegd is het de bedoeling dat de 50 000 gebruikers vooral de auto gebruiken: De Uithof ligt tussen de A27 en A28, pal naast Knooppunt Rijnsweerd, met een eigen afrit aan de A28. De officiële tramlijn en de hier voorgestelde metro hebben een vergelijkbaar tracé, maar een metro zou veel meer capaciteit hebben, en is ook met meer haltes sneller.

Voorgestelde metro…

galgenwaard     plato-uithof

 
Deze metrolijn werd niet eens als hoofdverbinding voorzien. Hier werd namelijk ook voorgesteld om een spoorlijn naar De Uithof aan te leggen, met nieuwe verbindingen aan de oostzijde naar zowel Amersfoort als Driebergen-Zeist. Omdat de verbouwing van de aansluiting Lunetten ook dit voorstel bemoeilijk, wed hier ook een alternatief voorgesteld, met een nieuwe lijn Utrecht – Amersfoort achter De Uithof.

Klik om te vergroten: oud voorstel in zwart, later voorstel in blauw…

2e spoorlijn, Vlasakkers-tracét

 
Het is wel mogelijk om vanaf dit tracé een aftakking naar De Uithof aan te leggen, geheel in tunnel. De Uithof kan worden bediend door een Randstadspoor-lijn vanuit bijvoorbeeld Vleuten, dat ook station Vaartsche Rijn aandoet. Dat zou echter de functie van de tramlijn dupliceren. Beter lijkt een inter-regionale dienst vanuit bijvoorbeeld Amsterdam of Leiden, dat na Utrecht Centraal doorrijdt tot De Uithof. Dat is vooral nuttig voor reizigers van buiten Utrecht, of vanuit Leidsche Rijn.

De tramlijn in aanbouw is vooral ontworpen als pendel tussen het nieuwe station Vaartsche Rijn en De Uithof. Het bedient ook een P+R voorziening bij Stadion Galgenwaard. Studenten in Utrecht wonen traditioneel ten oosten van de binnenstad, en die wijken worden niet bediend door de nieuwe tram.

 
Het ontwerp voorziet niet in aftakkingen ten zuiden van Vaartsche Rijn, naar bijvoorbeeld Tolsteeg, Hoograven of Lunetten. Dat is ook moeilijk, omdat de tram aan de oostzijde van de sporenbundel loopt. De hier voorgesteld metro (aan de westzijde) voorzag in een lijn naar Tolsteeg en Hoograven, dat ook het tracé van de sneltram Nieuwegein grotendeels zou overnemen.

Metro Tolsteeg en Nieuwegein…

tolsteeg     nieuwegein

 
De huidige plannen voorzien geen verzwaring van de lijn naar Nieuwgein en IJsselstein, wederom omdat forensen ‘toch de auto gebruiken’. (Een nieuwe spoorlijn in die richting werd met de zuidoostelijke uitbreiding van Utrecht onmogelijk). Nieuwgein en IJsselstein hebben wel voldoende inwoners om een zware verbinding te rechtvaardigen: 95 000, vergelijken met Houten (48 000) dat wel een Randstadspoor-verbinding krijgt.

De officiële plannen voorzien ook niet in hoogwaardige tangent-lijnen, terwijl de tangent-verbindingen juist in deze regio belangrijk zijn. Ook hier blijkt dat regio- en stadsbestuur de vervoerstromen aan de auto overlaten.

Zonder metro

Zonder metro is een volwaardig net voor de stad en de regio te bereiken, door verzwaring van de geplande Randstadspoor, een spoorverbinding naar De Uithof en Amersfoort, extra stations, en vooral de aanleg van een tramnet in aansluiting op de stations.

Hier werd eerder een Utrechtse tramnet voorgesteld, met lijnen tot in de stadsregio. De lijnen zijn deels bedacht op de voorgestelde metro, maar dat is geen voorwaarde voor een tramnet. Wel zijn op enkele plekken stedenbouwkundige aanpassingen nodig. Uiteraard voorzien de gemeentelijke plannen geen extra tramlijnen – hooguit de vertramming (in een verre toekomst) van de busbanen in Leidsche Rijn. Zo heeft het nieuwe station Vaartsche Rijn wel een perron voor de tram naar De Uithof, maar is niet bedacht op stadstramlijnen onder het station door.

De hier voorgestelde radiale lijnen vanuit de binnenstad geven beperkt overstap op de trein, en zijn zelfstandig te rechtvaardigen. Zo zou de tram naar Zuilen langs het voorgestelde Station Noordse Park lopen, en de tram naar Overvecht eindigt bij het station daar. In het centrum kan de tramlijn in aanleg naast de sporen van Utrecht Centraal (op de huidige busbaan) de voorgestelde tramlijn langs de Catharijnesingel waarschijnlijk als stamlijn vervangen.

De voorgestelde tangent-tramlijnen zouden vooral gericht zijn op overstap, bijvoorbeeld een oostelijke tangentlijn van Station Overvecht tot Station Lunetten. (Deze zou ook een deel van het Uithof-tracé gebruiken). Een ringlijn Utrecht-West rijdt eveneens van Station Overvecht tot Station Lunetten, en samen vervangen ze de huidige buslijn 10. Een tramlijn langs de singels rijdt van Station Overvecht tot Station Vaartsche Rijn, en mogelijk verder naar Tolsteeg en Hoograven. Na vertramming van de zuidelijk busbaan in Leidsche Rijn, zou de tram vanuit Vleuten via De Meern naar Vaartsche Rijn rijden, en mogelijk verder, bijvoorbeeld over de Rubenslaan naar Galgenwaard. Een volwaardig net, in een stad zo groot als Utrecht, bestaat niet alleen uit radiale lijnen.

Verlengingen van de stedelijke tramlijnen, bijvoorbeeld naar Zeist kan een deel van de regionale buslijnen vervangen. Nadeel is dat zulke lange lijnen waarschijnlijk overbelast raken. De voorgestelde tweede spoorlijn Utrecht – Amersfoort kan mogelijk deze tramlijn ontlasten, met een station aan de Utrechtseweg, aan de noordrand van Zeist.

Overstap aan de rand van Zeist: spoor rood, tram blauw, basiskaart van Jan-Willem van Aalst, onder CC3.0 licentie

tram-Utrechtseweg

 
Met een station op De Uithof, kan de Uithof-tramlijn ook naar De Bilt en Bilthoven verlengd worden, zonder overbelast te raken.

Ook zonder metro is een forse uitbreiding van de infrastructuur dus nodig, om een aaneengesloten hoogwaardig net te bereiken. Zwakke punten zijn echter niet te vermijden, bijvoorbeeld in Zuilen en Maarssen, en in Nieuwgein.

Metro Utrecht: update

Tram Zeist – Amersfoort

Update: zie Tram in Zeist.

Deze tramlijn Zeist – Amersfoort is afhankelijk van de voorgestelde verschuiving van de spoorlijn naar De Uithof, met een nieuw station in Zeist. De tram zou door Zeist lopen, en vervolgens via Soesterberg naar station Amersfoort – net als de oude interlokale tram (1914-1949), van de Ooster Stoomtram-Maatschappij.

De nieuwe lijnen zijn in Zeist en Amersfoort als stadstram bedacht: daartussen rijdt de tram wel sneller, maar niet echt als ‘sneltram’. Zeist heeft 51 000 inwoners, en Amersfoort 145 000 – genoeg om deze verbinding te rechtvaardigen. Het wordt geen geïsoleerde lijn, want het zou in Amersfoort aansluiten op een stedelijk tramnet.

De lijn begint bij het nieuwe station Zeist, dat vooral door Randstadspoor bediend wordt, samen regionale diensten richting Veenendaal en Ede. (Intercity’s richting Arnhem zouden deze lijn niet gebruiken). De verschoven spoorlijn loopt langs de bebouwingsgrens van Zeist: het station komt bij de Koelaan (de weg naar Bunnik). Het station ligt een eind van het centrum (1500-2000m), en 4 km van de rand van de bebouwing: daarom is ook een goede verbinding binnen Zeist nodig.

Klik om te vergroten: De voorgestelde lijnen tussen Utrecht, De Uithof, en Zeist: metro rood, tram blauw.

Het nieuwe station Zeist is ook eindpunt van de voorgestelde tramlijn uit Utrecht (via de noordelijke binnenstad en de Bilt). De tramlijn naar Amersfoort deelt het begin van zijn tracé: vanaf het station over de Wateringeweg, richting het oude dorp. Ze delen ook één halte, aan de Griffensteinselaan, tegenover Slot Zeist.

Bij de Lageweg draait de Amersfoortse lijn naar rechts, en dan weer naar links, naar de Slotlaan. Dit is van oorsprong de hoofdas van het landgoed rond het Slot. Toen Zeist groeide, gebeurde dat langs de Slotlaan, naar het noord-oosten: het is nu deels een winkelstraat. Bij het begin van de Slotlaan passeert de lijn het gemeentehuis: daar komt de tweede halte.

Klik om te vergroten: De tramlijn door Zeist richting Amersfoort, in blauw.

De lijn gaat verder over de Slotlaan, met haltes bij de Weeshuislaan (ter hoogte van het winkelcentrum Emmaplein), en bij het huidige busstation. Daar lag overigens het eerste Station Zeist (1901-1941), eindpunt van de toenmalige spoorlijn lijn uit Utrecht via Bilthoven.

De lijn gaat verder over de Boulevard, met een halte bij de Lindenlaan. Het begint hier ook te klimmen, al is dat nauwelijks merkbaar. Bij de volgende halte, bij de Dijnselburgerlaan, geeft de lijn overstap op de voorgestelde metrolijn naar De Uithof en Utrecht. De overstap is vooral van belang binnen Zeist: tussen De Uithof en Amersfoort zou een nieuwe spoorlijn lopen.

Dit is de rand van de bebouwde kom van Zeist: de lijn gaat nu richting Soesterberg. De Boulevard gaat door naar afrit 3 aan de A28, maar om deze te vermijden zou de tram een eigen brug krijgen, over de snelweg heen. De brug sluit aan op de Prins Alexanderweg in Huis ter Heide. Er komt een halte op deze straat, om de wijk (1400 inwoners) te bedienen.

Aan het einde van de straat draait de lijn 90 graden, de Amersfoorsteweg op. Dit is de N237, de oude hoofdweg Utrecht – Amersfoort, recht en breed. De eerstvolgende halte is bij de Dolderseweg. De halte-afstand is nu groter dan in Zeist zelf, want er is veel minder bebouwing.

In Soesterberg (7000 inwoners) gebruikt de tram de oude weg, door het dorp heen (Rademakerstraat). Er komen drie haltes: aan de westrand van het dorp, bij de Kampweg, en bij de Richelleweg (meubelboulevard). Mogelijk is ook een vierde halte, ongeveer 1500m na deze laatste.

In Amersfoort, zijn de haltes bijna gelijk aan de bushaltes: bij zorgcentrum Zon en Schild, en net voor de Stichtse Rotonde, naast enkele scholen. De bovenmaatse rotonde zelf moet aangepast worden. Na de rotonde is de weg (hier de Utrechtseweg) niet meer kaarsrecht, en het klimt ook. Er komen haltes bij de Oranjelaan, en bij het ziekenhuis (Lichtenberg). Tussen deze twee haltes is de helling wellicht te steil voor een tram. Dit is de Amersfoortse Berg / Galgenberg, met 45 m hoogste punt van Amersfoort. De Utrechtseweg kan hier verlaagd worden met een ‘inkeping’ door de heuvel (er is geen bebouwing naast de weg aan de zuidkant).

Klik om te vergroten…

Na het ziekenhuis daalt de tramlijn, via de Emmalaan en Wilhelminalaan, naar het station. Een laatste tussenhalte komt bij de kruising met de Frederiklaan. De lijn eindigt op het stationsplein van Station Amersfoort. Trams uit Zeist zouden niet verder rijden, maar de lijn vanaf de Stichtse Rotonde zou ook door een stadstram gebruikt worden: maar daarover later.

De lijn wordt 15 km lang. Omdat de halte-afstand groot is (900 m gemiddeld), en het tracé vaak kaarsrecht, moet een snelheid van 30 km/h haalbaar zijn, en dus een reistijd van 30 minuten.

Tram Zeist – Amersfoort